De aangezogen verse buitenlucht wordt in een luchtbehandelingskast (lbk) behandeld en daarna via luchtkanalen naar de te ventileren vertrekken gevoerd, om daar via luchtroosters te worden ingeblazen. Voor elk vertrek is afhankelijk van het gebruik en het aantal aanwezige personen een bepaalde hoeveelheid lucht berekend, resulterende in bijvoorbeeld een twee of meer -voudige luchtwisseling per uur met verversingslucht. Bij balansventilatie wordt een gelijke hoeveelheid retourlucht afgevoerd met behulp van een afzonderlijke retourluchtventilator (de balansventilator). Zijn beide luchthoeveelheden ongelijk dan ontstaat onderdruk of overdruk.

Bij koude weersomstandigheden (winterbedrijf) wordt de in de retourlucht aanwezige warmte via een warmtewisselaar (warmteterugwinning) overgedragen aan de koudere aangezogen buitenlucht en daarna wordt de retourlucht naar buiten afgevoerd.

 

ErP-verordening

De ErP-verordening 1253/2014 voor ventilatieproducten wil  men het energiegebruik van gebalanceerde ventilatie of TweerichtingsVentilatie-Eenheid (TVE) met mechanische lucht toe- en afvoer beperken. Dit geldt voor luchtbehandelingskasten (LBK’s) met een grotere capaciteit dan 250 m3/h. Deze moeten zijn voorzien van warmterugwinning (WTW) die voldoen aan een minimum rendement. Ook ten aanzien van de ventilatoren gelden voorschriften. Deze moeten regelbaar zijn en voldoen aan een specifiek energiegebruik (SFP) in relatie tot de toegepaste warmteterugwinning. Een logisch gevolg is dat apparatuur die niet voldoet aan de ErP-verordening, ook geen CE markering krijgt en dan niet in gebruik mag worden genomen.

 

Voor meer informatie zie ook

EcoDesign,

Twincoilsysteem

Warmteterugwinning